Les
7 --- De paarden moeten tot morgen wachten …
De
dokter raadt de boer aan om het vandaag nog even kalm aan te doen. De boer is
een verstandig man en besluit het doktersadvies trouw op te volgen. Hij zegt
dan ook tegen zichzelf:
Τήμερον
ἡσυχάζω. Τοὺς ἵππους αὔριον θεραπεύσω.
“Vandaag
rust ik. De paarden zal ik morgen verzorgen.”
We
leren twee bijwoorden: τήμερον (“vandaag”) en αὔριον (“morgen”). Deze
bijwoorden overleven nog tot op vandaag in het moderne Grieks: σήμερα (“vandaag”)
en αύριο (“morgen”).
We
maken ook kennis met een nieuw werkwoord: ἡσυχάζειν: “rusten”, “zich kalm
houden”.
Maar
het belangrijkste in deze les: een nieuwe tijd van het werkwoord: de actieve
indicatief futurum simplex (= onvoltooid toekomende tijd). De boer zegt: Τοὺς ἵππους
αὔριον θεραπεύσω.
De
vorming van de actieve indicatief futurum simplex is inderdaad eenvoudig: je neemt
de praesens-vorm (θεραπεύω = “ik verzorg”) en je last gewoon een sigma (σ) in
voor de persoonsuitgang. Zo verkrijg je de volgende zes vormen:
θεραπεύσω:
ik zal verzorgen
θεραπεύσεις:
jij zal verzorgen
θεραπεύσει:
hij / zij zal verzorgen
θεραπεύσομεν:
wij zullen verzorgen
θεραπεύσετε:
jullie zullen verzorgen
θεραπεύσουσιν:
zij zullen verzorgen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten